Na het volgen van de cursus kun jij:
- Uitleggen hoe pH en gassamenstelling (zoals MAP) de groei en overleving van micro-organismen beïnvloeden
- Werken met begrippen als D-waarde en z-waarde om hitteresistentie te begrijpen
- Het verschil toelichten tussen infectieuze en toxicogene pathogenen
- Herkennen en beheersen van risico's van pathogenen zoals Salmonella, Campylobacter, E. coli, Listeria, St. aureus, Bac. cereus, virussen en mycotoxinen
- Omgevingsmonitoring uitvoeren en analyseresultaten interpreteren
- Microbiologische wetgeving (zoals verordening 2073/2005) toepassen
- Een microbiologisch bemonsterings- of analyseplan opstellen voor praktijktoepassing