1. Home
  2. Meer HAS
  3. Nieuws
  4. Hogescholen onderzoeken begeleiding bij agrarische bedrijfsovername

Hogescholen onderzoeken begeleiding bij agrarische bedrijfsovername

Bij de overname van een familiebedrijf staan jonge boeren voor grote uitdagingen, financieel en emotioneel. Ook het maken van een rendabel bedrijfsmodel dat rekening houdt met nieuwe maatschappelijke vraagstukken, zoals de roep om verduurzaming van de landbouw, vraagt om goede advisering en begeleiding. Een zevental hogescholen gaat onderzoeken welke advisering en begeleiding nodig is om deze bedrijfsovernames succesvol te laten verlopen.

De hogescholen doen dat in samenwerking met een groot aantal partners, waaronder het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK), mbo-onderwijsinstellingen, Wageningen University and Research, adviesbureau’s en tientallen agrarische bedrijven. De onderzoeken worden mogelijk gemaakt door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Regieorgaan SIA.

Vernieuwde infrastructuur van advisering ontwerpen

Het doel van de onderzoeken is om een vernieuwde infrastructuur van advisering bij bedrijfsovernames te ontwerpen, waarmee in 2023 80% van alle Nederlandse bedrijfsovernames wordt begeleid. Dat geldt voor overnames binnen de familie en door zij-instromers. Advisering over andere verdienmodellen en de noodzaak om in te spelen op nieuwe eisen die een kritische maatschappij aan de landbouw stelt, krijgen extra aandacht in het onderzoek. Dit naast de sociaal-emotionele aspecten die samenhangen met de overname van een familiebedrijf, competenties, vaardigheden en het financiële traject van overname.

Regio-onderzoeken

Voor de onderzoeken is Nederland verdeeld in vier regio’s, waarbij de resultaten tussen de onderzoekers worden gedeeld. In iedere regio komt uiteindelijk een Kenniscentrum Bedrijfsovername. In Noord en Oost (hogescholen Aeres en Van Hall Larenstein) richt het onderzoek zich primair op de sectoren melkveehouderij en akkerbouw. De aanwezigheid van tuinbouw binnen een verstedelijkte omgeving, biedt in West (hogeschool Inholland) andere kansen (afzet dicht bij huis) en uitdagingen (een kritisch publiek) en stelt mogelijk andere eisen aan de begeleiding.

Onderzoeksresultaten direct gebruikt

De context van veel zeer intensieve bedrijven is voor Zuid (HAS hogeschool) een extra aandachtspunt in het onderzoek. In Noord (NHL Stenden, Van Hall Larenstein, Windesheim, Aeres Hogeschool) maken de onderzoekers bovendien een ‘serious game’, waarmee gebruikers het gehele overnameproces virtueel kunnen doorlopen. Tijdens de looptijd van alle onderzoeken, worden onderzoekresultaten direct gebruikt in het onderwijs. Zoals in Zuid waar HAS hogeschool samen met het mbo het onderwijs van nieuwe input gaat voorzien.

Algemene onderzoeken

Naast deze vier regio-onderzoeken, worden twee algemene onderzoeken gedaan. Namelijk een onderzoek naar de specifieke behoeftes aan begeleiding van zij-instromers (Hogeschool Utrecht, Aeres Hogeschool). En één naar sociaal-emotionele begeleiding bij familiaire overnames (Windesheim, Van Hall Larenstein en Aeres Hogeschool).

Onderzoek door HAS Hogeschool

Het plan is om na de zomer te starten met het inventariseren van de ervaringen van verschillende agrarisch ondernemers ten aanzien van de bedrijfsovername. In dit kader zullen onder andere vierdejaars studenten, die zich voorbereiden om zelf ondernemer te worden dan wel agrarisch adviseur, op pad gaan. In een tweede fase wordt gekeken waar het verbeteringen mogelijk zijn in het traject van bedrijfsovername. Dan is er ruimte om te experimenteren met nieuwe of vernieuwde vormen die bijdragen om de bedrijfsovername op korte en lange termijn succesvoller te maken.

Partners van HAS Hogeschool

HAS Hogeschool heeft een aantal partners om met dit onderzoek tot een goede en bruikbare resultaten te komen. Het gaat hier om een zestal agrarisch ondernemers, de 4 agrarische mbo’s in het zuiden (Helicon, Curio, Cita Verde en Scalda) en partners vanuit de adviespraktijk (ZLTO, Arvalis, Abab en Exitus). Hiernaast zijn FoodUp! van Provincie Noord-Brabant en Provincie Limburg partner bij dit project.